Deze website maakt gebruik van cookies.Meer informatieMelding niet meer tonen
  • Vrijwillige inzet & Mantelzorgondersteuning
    Vrijwillige inzet & Mantelzorgondersteuning ONS welzijn stimuleert initiatieven van mensen om zich voor elkaar in te zetten. Via websites die vraag en aanbod van mensen verbinden tot actief werven van vrijwilligers en het organiseren van vrijwilligersdiensten. 

Vrijwilliger in de wijk vertelt

Hans is 68 jaar en woont met zijn huidige vrouw sinds drie jaar in Berghem. Hij heeft drie kinderen, zij ook. De kinderen zijn inmiddels allemaal het huis uit. Voorheen woonde hij in Nijmegen, waar hij werkte als neuroloog. Hans vindt het belangrijk om gezond te leven, regelmatig sporten hoort daarbij: golfen, fietsen en hardlopen. Na zijn pensionering verhuisde hij naar Berghem en werkt hij nog altijd twee dagen in het ziekenhuis. Naast zijn werk wilde Hans vrijwilligerswerk doen. Bij toeval stuitte hij op Buurtbemiddeling.

Hoe je buurtbemiddelaar wordt en hoe het in zijn werk gaat

Hans had nog nooit van Buurtbemiddeling gehoord. Een kennis attendeerde hem erop. Het sprak Hans meteen aan om als buurtbemiddelaar te gaan werken. Voordat je begint volg je een cursus. Buurtbemiddeling gaat als volgt in zijn werk: Er is een gezin dat een klacht heeft over de buren, en dat gezin heeft zich aangemeld voor Buurtbemiddeling. Meestal komt een gezin in contact met Buurtbemiddeling omdat de woningbouwvereniging hun op deze vorm van hulp heeft gewezen. Met dat gezin voer je als buurtbemiddelaar bij de mensen thuis een gesprek. Vervolgens ga je dan met de buren in gesprek, zodat je van twee kanten het verhaal kent, en mensen in hun eigen vertrouwde omgeving hun verhaal kunnen vertellen. Pas daarna gaan de twee buren samen met de buurtbemiddelaars aan tafel zitten om met elkaar in gesprek te gaan. Buurtbemiddeling doe je niet alleen, maar altijd in duo’s, bij voorkeur een man en een vrouw, zodat je vanuit verschillende gezichtspunten de situatie kunt beoordelen. Een keer in de drie maanden vindt er een overleg plaats met alle vrijwilligers, ongeveer twintig, en de coördinator, die werkzaam is bij ONS welzijn. Er kunnen casussen worden ingebracht, en je leert elkaar kennen. Er vinden soms scholingsbijeenkomsten plaats, bijvoorbeeld over vluchtelingen en asielzoekers, hun problematiek en hoe daarmee om te gaan.

Buren die last van elkaar ondervinden en hoe Buurtbemiddeling daarbij helpt

Het valt Hans op dat het soms over eenvoudige zaken gaat. “Zaken waarvan je denkt, goh je stapt op elkaar af, je bespreekt het en je lost het op.” Bijvoorbeeld, de ene buur die last had van stankoverlast omdat de ander zijn hond in de tuin zijn behoefte liet doen, en een ander die niet kon slapen vanwege een felle lamp, die de hele nacht in de tuin brandde. Zonder het van elkaar te weten hadden ze last van elkaar. Mensen blijken dan moeite te hebben om elkaar aan te spreken. “Dat kun je alleen oplossen door hen met elkaar in gesprek te krijgen. En soms ben jij de pendelaar om het bericht door te geven van de een naar de ander.” Net als bij deze buren komt het vaak voor dat als de ene buur last heeft van de ander, de ander ook last ervaart, ze hebben dus last van elkaar. De ervaring leert dat als mensen eenmaal in gesprek met elkaar zijn, er wederzijds begrip ontstaat en de problemen opgelost kunnen worden. Hans en zijn duopartner zeggen altijd dat zij vrijwilligers zijn. Hij heeft het idee dat dat al de helft van de oplossing is: “dat mensen dat waarderen dat je tijd neemt om je daar mee te bemoeien en dat ze daardoor meer hun best doen om het mee te helpen oplossen, dan dat daar een professional staat.” Het was voor Hans een eyeopener dat het succes van Buurtbemiddeling mede bepaald wordt door de vrijwillige inzet van mensen, en dat in de meeste gevallen buren begrip voor elkaars situatie krijgen. Ook was hij verrast door de waardering die hij van mensen krijgt. Mensen schrikken er soms van dat ze last veroorzaken, en hadden ze zich bijvoorbeeld helemaal niet gerealiseerd dat de huizen zo gehorig zijn, en buren letterlijk hun ruzies konden horen.

Soms lukt het niet om mensen tot elkaar te brengen

Een enkele keer bereiken Hans en zijn duopartner niet het gewenste resultaat. Vaak is er dan bij een van de buren sprake van een communicatie- of andere stoornis. Problematiek die het heel lastig maakt om de buren tot elkaar te brengen. Te denken valt aan autisme, verslaving, of een andere beperking. Dan stopt de Buurtbemiddeling, en wordt dat gerapporteerd aan de coördinator, die dan weer contact opneemt met de woningbouwvereniging. Soms heeft de bewoner een begeleider, die het probleem dan verder oppakt.

Als je op die manier iets kunt oplossen, is dat leuk en geeft voldoening. De meeste mensen bedanken je, zeggen het fijn te vinden wat je voor ze doet.

Werk dat voldoening geeft

Hans vond het zijn werkende leven lang leuk om met mensen te werken. Dat was hem vertrouwd en als buurtbemiddelaar, werkt hij weer met en voor mensen. Nu komen er wel wat andere vaardigheden bij kijken en dat maakt het leuk. Sinds hij het werk doet heeft hij nooit vervelende situaties meegemaakt. Hans is tevreden met zijn keuze om zich in te zetten voor Buurtbemiddeling: "Als je op die manier iets kunt oplossen, is dat leuk en geeft voldoening. De meeste mensen bedanken je, zeggen het fijn te vinden wat je voor ze doet."

Een maatje zijn voor anderen

Mary is 49 jaar, getrouwd en heeft twee kinderen van twintig en achttien. Ze woont met haar gezin in Geffen, het dorp waar ze geboren en getogen is en zich helemaal thuis voelt.Tot dertien jaar geleden had Mary een administratieve functie. Dat beviel haar op een gegeven moment niet meer, en ze ging op zoek naar iets anders. Al gauw viel haar oog op een advertentie ‘Hoe word ik een maatje?’ en is het balletje gaan rollen.

Als maatje er voor de ander zijn

Mary is een maatje geworden van mensen met een GGZ-achtergrond, en bezoekt de mensen thuis. Ze is heel trouw en toegewijd: voor twee vrouwen is Mary al dertien jaar maatje, voor een andere vrouw vier. Ze legt uit waarom mensen haar hulp nodig hebben, en hoe het in zijn werk gaat:“Zij hebben zelf aangegeven hulp te willen, dat is al heel fijn. Er is chaos in hun hoofd, chaos in huis; dingen en papierwerk opruimen. Ik ben een stok achter de deur: ‘als ik volgende week kom, dan is het huis weer netjes’, dat soort dingen.’’ Om handvatten te geven helpt Mary mee, daarna pakken de mensen het zelf op. Haar ervaring is dat ze het zelf kunnen, maar bij de administratie, kleding opruimen, en dingen regelen waarbij de computer nodig is, moeite kost. Daar helpt ze dan bij. Wat ze ook biedt is een luisterend oor; een goed gesprek, waardoor mensen anders tegen hun problemen aan kijken, en zij zien dat ze niet de enigen zijn die ergens mee kunnen zitten. Vaak ben je niet heel verschillend dan de ander, maar wat voor hen een groot ding is geworden, is voor Mary een klein ding. Door met elkaar in gesprek te gaan ontdek je dat we in de basis hetzelfde zijn.Het is heel belangrijk dat de mensen van wie Mary maatje is, weten dat zij er voor hen is, dat ze haar altijd kunnen bellen als het nodig is. Het contact kan soms drie keer per week zijn, of drie keer per maand, of een half jaar niet, net waar behoefte aan is. Mary is heel flexibel, maar geeft ook haar grenzen aan: de weekends zijn voor haar en haar gezin.Het is erg fijn voor haar om te merken dat het de mensen nu goed gaat en dat ze heel blij zijn met haar hulp. Na al die jaren is er een hechte band ontstaan: “Het voelt een beetje als een soort familie, ik kom heel dichtbij ze en zij ook soms heel dichtbij mij”.

Heel soms heb je een professional nodig

Eigenlijk is het contact steeds goed verlopen, tot op een keer door een van de vrouwen de telefoon niet meer werd opgenomen. Er was iets voorgevallen en toen ging het bergafwaarts met haar. Mary heeft ervoor gezorgd dat een professionals contact heeft opgenomen met de vrouw. Daarna is het weer snel goed gekomen. Als maatje heb je natuurlijk geen opleiding gevolgd, en kun je mensen niet laten opnemen, mocht dat nodig zijn. Er zijn mensen die kortdurend, of af en toe hulp nodig hebben, en daarvoor een maatje behoeven. Twee mensen waar Mary maatje van is helpt ze af en toe, bijvoorbeeld door iemand van tijd tot tijd naar het ziekenhuis te brengen. Het voorgekomen dat ze kortdurend hulp verleende aan een vrouw, moeder van een peuter, die met spoed geopereerd moest worden aan haar knie, en de weken daarna nog niet mobiel was. Familie en vrienden waren behulpzaam, maar daarmee waren nog niet alle dagen gevuld, en toen is Mary bijgesprongen. Dat was erg leuk om te doen, en weer eens iets anders; het bieden van hand-en-spandiensten. Mary ziet dat hieraan veel behoefte is, aan tijdelijke hulp die voorheen door de gezinshulp werd verricht. Mary verwacht dat er veel mensen zijn die dit soort hulp als vrijwilliger willen verlenen.

Vrijwilliger in het wijkhuis

Via een buurmeisje van vroeger is Mary gastvrouw geworden in het Wijkhuis van Geffen. Dat houdt in dat je mensen ontvangt in ‘de Huiskamer’, waar mensen op gezette tijden binnen kunnen lopen voor een gratis kopje koffie, een praatje of een spelletje, net waar behoefte aan is. Het belangrijkste is dat mensen elkaar kunnen ontmoeten, en de drempel om te komen zo laag mogelijk is. Mary zit in een werkgroep, om activiteiten op poten te zetten, en mensen te vinden die de activiteiten willen begeleiden. Er zijn een aantal vaste activiteiten, zoals sjoelen, koken en knutselen. Ze hebben zich ingezet om mensen met een buitenlandse achtergrond bij het Geffense te betrekken, om kennis met elkaar te maken. Die bijeenkomsten worden altijd heel goed bezocht. Ook dit werk vindt Mary erg leuk om te doen, en zij en andere vrijwilligers zijn steeds bezig om anderen te enthousiasmeren, want er blijven vrijwilligers nodig voor het wijkcentrum.

Het voelt een beetje als een soort familie, ik kom heel dichtbij hun en zij ook soms heel dichtbij mij

Contact met ONS welzijn

Omdat Mary al zo lang als maatje werkt, heeft ze de nodige contacten opgebouwd in de wereld van het welzijnswerk. Via via krijgt ze vaak de vraag of zij nog tijd heeft om iemand te helpen. Dat is heel prettig, want je kent elkaar en weet wat je aan elkaar hebt. Mary heeft contact met ONS welzijn via een medewerkster die aansluit bij de vergaderingen van de werkgroep van het Wijkcentrum, en via het inloopspreekuur van ONS welzijn worden er mensen doorgestuurd, voor een kop koffie in de huiskamer, of met andere vragen.

Een goede stap die ze destijds heeft gezet

Mary is erg blij met haar keuze om vrijwilligerswerk te gaan doen, Ze is vrij om hierin zelf keuzes te maken. Zo zit ze ook nog in het bestuur van een buurtvereniging, en heeft ze altijd veel op de school geholpen waar haar kinderen op zaten. Het dienstbaar zijn voor andere mensen geeft haar veel voldoening: “Ik heb besloten om niet meer te werken, dan moet je wel iets doen. En het allemaal oplossen ga je het natuurlijk nooit, er is zoveel vraag naar hulp helaas. Maar ik vind het wel fijn om mensen, die anders geen hulp krijgen, iets te bieden. Dat je die mensen helpt en er voor ze bent.”